Waar komt ons hout vandaan?

​Het was in 1601 dat de Robinia in Europa werd geïntroduceerd door de botanicus van de Franse koning Henri IV, Jean Robin. Later, in Hongarije en Roemenië, werd deze boomsoort op grote schaal gebruikt voor herbebossing van gebieden die ongeschikt bleken voor landbouw. Na verschillende herbebossingscampagnes hebben de Hongaren en de Roemenen de grootste Europese acacia-bossen tot stand gebracht.

 

Roemenië heeft de optimale klimatologische omstandigheden en de optimale bodem voor de ontwikkeling van deze boomsoort. Het is namelijk een boom die bestand is tegen droogte, maar wel van licht houdt en een gematigd klimaat nodig heeft, beschut tegen de koude wind. Hij groeit goed op verschillende grondsoorten, van zachte, warme, diepe en zware grond tot compacte, vochtigere kleigronden.

 

Tegenwoordig zijn de acacia-plantages in Roemenië vooral geconcentreerd in de Donau-regio. Momenteel kan worden aangenomen dat de acaciabossen uitgestrekt zijn in dit land, met een totale oppervlakte van meer dan 270.000 hectare. Het meest geschikte gebied voor acacia is in het zuiden van Roemenië, in de regio Oltenia, waar deze soort blijkbaar de optimale omstandigheden voor zijn ontwikkeling gevonden heeft. In sommige bossen worden de bomen tot 30 m hoog en ontwikkelen ze stammen met een diameter van wel 80 cm. Bărăgan, Steppe en Dobrogeana zijn de belangrijkste gebieden voor de productie van acaciahout.